Golven, golven neemt mij mee,
Wiegt mij in uw eeuwig wezen,
Laat mijn geest in u genezen
En mij deel zijn van uw zee!
Ging mijn hart in u te loor!
Werd het aan uw schoot herboren -
Mocht ik aan u toebehooren
Als een droppel in uw koor!
Van mijn eigen ziel verzaad,
Van mijn eindigheid bevangen,
Gaat mijn eindeloos verlangen
Naar uw wezenloos gelaat.
Golven vaagt mij in uw vocht,
Aan uw ruischend wijde kusten
Roep ik om den onbewusten
Zegen van uw ademtocht!
Vaagt mij van uw zilten zoom
Uit de droomen van dit leven,
Waar zijn droomen mij begeven
In uw beeldenloozen droom.
Moede van mijn menschlijkheid,
Aan den einder dezer wereld,
Door uw waaiend schuim bedwereld,
Bid ik om uw eeuwigheid.
. . .
Golven, golven neemt mij mee,
Wiegt mij in uw eeuwig wezen,
Laat mijn geest in u genezen
En mij deel zijn van uw zee!
Van Hollands' kleur
Rood is de vlag, die wij volgen genooten!
Rood is de morgen op zijn blozende kruin,
Rood zijn de pannen van de daken van Holland,
Rood zijn de steenen van de huizen van Holland,
Rood zijn de bloemen aan 't Haarlemsche duin,
Rood zijn de kersen in den Betuwschen tuin!
Wit is de vlag, die eens wappert op aarde,
Wit zijn de wolken die drijven voorbij,
Wit zijn de bloesems van de velden van Holland,
Wit is het zand van de stranden van Holland,
Wit is de zee als ze schuimt aan hun zij,
Wit is het vee in de Hollandsche wei!
Blauw is de vlag, die onze nobele dooden,
Onzen strijd, onze liefde - eenmaal allen bedekt: -
Blauw is de hemel van ons heldere Holland, -
Rood-Wit-blauw is de vlag van ons Holland -
Door ons, kameraads, zij ze immer gedekt!
Door ons kameraads, zij haar wapper gewekt!
Muziek
Als 't avond is, avond aan 't strand en de zee,
En de hemel aan flarden van goud en van zwart,
En de dreunende golven beschuimen het strand,
En de vlokken die beven en rollen en rillen,
En het duin is verlaten en eindloos alleen,
En ik luister verrukt naar de ruischende zee -
Dan waait soms uit de golven
Een diepe muziek.
Als 't avond is, avond aan 't strand en de zee,
En de duistere hemel bewoekert het Oosten,
En daaronder bukt zich de donkere wereld,
En daarin verdijnen de toppe' en de torens,
En daarachter leven de leelijke steden,
En de mensche' en hun witte gezichten -
Dan rijst vaak uit die verten
Een vlucht van muziek.
Als 't avond is, avond aan 't strand en de zee,
En de nacht weekt mij af van de schamele aarde,
En bevleugelt mijn ziel als een donkeren vogel,
Dan wil ik grijpe' al de sterre' en de stede' en de golven,
En dan luidt mijn lijf als een klok op de duinen,
En dan wil ik leven en kussen en zingen -
En dan gilt door mijn hart
Een wilde muziek!
Weemoed
Wat is 't nog dat mijn hart behoeft?
Wat is dit wonderlijk verdriet -
Ik voel mij doof en diep bedroefd,
En zit en zie - en weet het niet.
Wat is het dat mij zwijgen doet,
Hoe is mijn ganse lichaam stom -
Is 't leven slecht - is 't leven goed -
Of niet - of wel - waarom - waarom?
Wat is 't dat 'k weet - en wat of wie
Dat ik verloor of dat ik won -
Ik weet het niet, en zit en zie - -
En in mijn handen ligt de zon.
De duiker
Op 't bergvlak peinsde ik bij de diepe bron,
Ik mijmerde over 't beeld van 't eigen leven,
En tuurde in 't grondloos diep naar 't wondre beven,
Waar ik me een schemerlach van God verzon.
'k Dook in mijn ziel: - het water rilde in reven -
Langs gladde wanden gleed mijn hand - ik won
Een paarl - ik steeg, - mij scheen in volle zon
De matte glans om een geheim geweven!
'k Zag op: - der bergen grijns stond stram in spot,
De zon joeg juichend door het wijd heelal
En lachte mij tot schreiend kind, tot zot!
Ach - 'k droeg een korrel zand! Geen godsvazal
Was 'k meer - voor wien? voor wat? Ik zag mijn lot,
En snikkend - lachend, vond ik 't pad naar 't dal.
Avond aan zee
De zon sleepte als een goudfazant
Al die pracht van gouden pluimen
Naar 't overzeesche verre land,
Aan 't strand bleef het zachtjes schuimen -
En de golven vertelden - bij beurt - bij beurt -
Wat ver in de zee was gebeurd.
Een vogel viel in de' avondstond,
Een duif met zoo bleeke veeren,
Die had een groote roode wond,
Die kon nooit mee vliegen leeren -
Een witte vogel stond te pronk,
Een pauw die ijdel ontplooide -
De maan rees op, die helder blonk,
De de zee vol zilver strooide -
En de golven vertelden - bij beurt - bij beurt -
Wat ver in de zee was gebeurd.
Holland
Wat zijt gij klein Holland
Met al uw velden en vlakke wegen,
Met uw rampzalige aardappellanden,
En uw vreeslijk droefgeestigen regen,
En uw lage goedaardige stranden - -
Maar groot toch is de zee Holland,
Waaraan gij langzaam zijt verschenen,
Waaruit ge als een schelp zijt geboren,
Die zingt door uw heele land henen,
Dat elk in zijn ziel haar kan hooren!
Doch wat zijt gij klein Holland
Met uw simpele wilgeboomen,
Met al uw kleine kabblende plassen,
En die paar platte gemaklijke stroomen,
En uw bloemen en tamme gewassen - -
Maar groot toch is uw hemel Holland
Met zijne matelooze klaarten,
Met al zijn oneindige kleuren,
En die verandrende wolkengevaarten,
Waarmee groote dingen gebeuren!
Doch wat zijt gij klein Holland
Met uw verlegen zwijgende menschen,
En al uw langzame stille levens,
En al uw vele denkbeeldige grenzen,
En o! met nergens ooit iets verhevens - -
Maar groot toch is uw volk Holland,
Verwant aan uw heerlijk verleden,
Dat tusschen uw heemle' en zeeën bleef groeien,
En tusschen die wisselende eeuwigheden
Zich bereidt om opnieuw te gaan bloeien!
De stilte
Min de stilte in uw wezen,
Zoek de stilte die bezielt,
Zij die alle stilte vreezen
Hebben nooit hun hart gelezen,
Hebben nooit geknield.
Draag uw kleinen levenszegen
Naar het droomenlooze land,
Lijk de golve' heur oogst bewegen -
Tot zij zachtjes breken tegen
Het doodstille strand.
Zie den boom de paden tooien
Rondom zijnen stillen voet,
Laat uw ziel zich zoo ontplooien
En haar bloemen om zich strooien
Uit een vroom gemoed.
Leer u aan de stilte laven:
Waar het leven u geleidt -
Zij is uwe veil'ge haven,
Want zij is de groote gave
Van de Eeuwigheid.
Sluit de stilte in uw gaarde,
Wees in haar gelukkig kind:
Al wie ze aan haar schoot vergaarde -
Alle zaligen op aarde
Hebben haar bemind.
Waddeneilanden
De hieronder genoemde planten en dieren zijn
alle rondom Texel, Vlieland, Terschelling
en Ameland te vinden.