Door zwevende deeltjes in het water ontstaan problemen voor
de gezondheid van vijver of meer. De zwevende deeltjes blokkeren
licht voor de diepere lagen en de zuurstofplanten, ze plakken
aan de bladeren van bijvoorbeeld hoornblad en waterpest
Ze warmen het water van de bovenste lagen op, zodat daar de DO
(opgeloste zuurstof)daalt, welke ook daalt door de verminderde
productie van zuurstofplanten.
De zwevende deeltjes zelf zijn aanhechtingsplaatsen voor bacterien
welke onwelkom zijn in vijver of meer of drinkwater, zoals de
bacterie cryptosporidium. De helderheid van water is een zeer
belangrijke maat voor de vitaliteit van een vijver of meer.
Er zijn verschillende methodes bedacht om die helderheid te meten.
Helderheid met de secchischijf
De helderheid (transparancy) van water wordt gemeten met een
secchi schijf. Een ronde schijf welke wordt ondergedompeld:
de afstand tot waar deze nog net zichtbaar is wordt gemeten.
Een secchi schijf is van porcelein. Het aantal sechii is
een mate voor de visuele helderheid (visual clearancy).
De gemeten afstand wordt secchidiepte genoemd of Zs.
Gemeten wordt aan de windstille zijde van een bootje
als de zon het hoogste staat.
Een Secchi meter is niets anders dan een schijf
aan een touwtje. De schijf heeft 2 zwarte en twee witte
vlakken. Wanneer de schijf niet meer te zien is dan is de
Secchi diepte bereikt: Zs.
De Secchi diepte of Zs is ongeveer bereikt na 1 meter bij
meeste vijvers. Deze vijvers heten eutrofisch. Alleen erg
heldere vijvers zijn mesotropisch, de helderheid is meer
dan 1 meter. Oligotrofische meren zijn erg zeldzaam in
Midden Europa
De methode is wat onnauwkeurig, het is bijvoorbeeld
afhankelijk van de hoeveelheid zonneschijn op dat moment
Verbeterde Secchi schijf
Tegenwoordig wordt een verbeterde Secchischijf gebruikt:
Er wordt gemeten met drie foto-cellen:
A; meet buitenlicht
B: meet het licht vlak onder het oppervlakte
c: meet het licht op de secchi schijf
Dit geeft nauwkeuriger resultaten.
Helderheid gemeten met een zwarte schijf
Met behulp van een horizontaal gehouden zwarte schijf
zijn betere metingen mogelijk. Deze zijn minder afhankelijk
van de lichtsterkte en acurater en kan ook in ondiep water
(vijvers) worden gebruikt.
nephalometer en Turbidity
Licht in water wordt verstrooid door kleine deeltjes die in dat water zweven (suspensie).
Deze deeltjes worden TSS genoemd (Total Suspended Solids)
De verstrooing van licht wordt gemeten met nephelometer, een apparaat wat licht verstrooid door
een referentievloeistof vergelijkt met dat van de onderzochte watermonster.
De eenheid is de NTU een schaal welke begint bij 0 (helder) tot oneindig (volkomen ondoorzichtig)
Drinkwater heeft een NTU van ongeveer 0.1 , maximaal 0.5
Vanaf 5 wordt het waargenomen als een nevel of wolk in het water. Merk op dat het
aantal NTU weinig zegt over de soort en grootte van de deeltjes die in suspensie zijn,
het is een quantitatieve meting dus.
Oorzaken van lichtverstrooing of turbidity:
- Modder, wat van de bodem opdwarreld, Koi en karper wroeten in de bodem
- Fytoplanton (algen), drijfwieren(flap).
- afvalwater
Bij vijvers is meestal algengroei de oorzaak, bij koikarpers
eigenlijk altijd het gewroet van de Koi.
Euphotische diepte
De euphotische diepte (Zeu) is de diepte waarbij nog
photosynthese mogelijk is. Deze is daar waar nog ongeveer 1%
van het licht doordringt. Hoe groot die diepte is wordt met
Attenuatie-coefficient berekend, welke uit de volgende
eenvoudige vergelijking voortvloeit: Zse=4,6/k waarin
k=attenuatiecoeffiecient en Zs de secchidiepte in meters.
Meestal wordt gebruikt: Zeu=2,3xZs
Kikkerleven in een helder vijver.
Verbetering van de meetmethode. Beter is om 2 meetpunten te nemen ,een meetpunt niet te vlak onder de oppervlakte
en een meetpunt waarbij het licht niet volledig is uitgedooft, en dan de volgende
vergelijking te gebruiken:
k=ln L1-lnL2/z2-z1
Limnologie
In 5 delen worden de belangrijkste begrippen uit
de limnologie uitgelegd: