Sloot | Waterplant | Levend Voer | Noordzee | Worm Slak | Vlinders | Kever | Spin | Vogel | Tuin | groenten | overige
Bomen A-L | Bomen M-Z | Kruiden | Wilde planten A-D | Wilde planten E-M | Wilde planten N-S | Wilde planten T-X | Klimplant | Varen | Zwam | Korstmos |


Op het einde van de middag verschijnen zuurstofbelletjes
in de draadalgen massa (flap). Het water is dan oververzadigd
(supersaturatie) met zuurstof. Dat wordt veroorzaakt doordat
het water warmer is geworden, soms zuurder en soms doordat de
luchtdruk daalt: er is onweer op komst.
De zuurstofbubbeltjes zitten gevangen tussen de draadalgen.
Daardoor trekken deze zuurstofdruppeltjes de algenmassa omhoog,
naar de oppervlakte. Ook waterpest kent dit verschijnsel.
water-est omt aan de oppervlakte drijven en droogt uit.
Een brakwatersteurgarnaal is op zoek naar iets eetbaars.





























    De opgeloste zuurstof


    De hoeveelheid opgelost zuurstof (dissolved oxygen of DO) is de belangrijkste
    limnologische parameter en wordt soms uitgedrukt als parts per million
    (ppm) maar meestal in mg/L.
    DO wordt met een elecrode gemeten, en dit kan ook zonder ervaring
    goed gedaan worden. Dit is wel minder nauwkeurig dan de titratie
    vlgs Winkler, die moeilijk en langzaam is. Zonder kennis van de opgeloste
    zuurstof hoeveelheid is het niet mogelijk om de ecology van een meer of
    vijver te begrijpen.

    Redoxpotentiaal, uitgedrukt als Eh, dit is een maat voor de neiging van water
    om te oxideren. Het is een maat voor de gezondheid van het water. Het
    wordt met behulp van een electrode gemeten. Eh is ongeveer 500mV bij
    normaal geoxigeneerd neutraal water De Eh daalt snel als zuurstof
    schaars wordt (hypoxy), zoals bij eutrophische meren. Hierbij ia is
    er een snelle daling van de Eh te zien in het metalimnion.









    oplosbaarheid van zuurstof in water


    Die wordt door de volgende factoren bepaald:
    1 Temperatuur: in water van 0°Celsius kan 2x zoveel zuurstof oplossen als in
    water van 30°Celsius. In de lente kan door opwarming veel zuurstof uit
    het water verdwijnen. De productiviteit van een vijver verdubbelt bij
    10°celsius, dus ook het zuurstof verbruik door planten en dieren.
    Supersaturatie wordt het verschijnsel genoemd dat er tijdelijk meer zuurstof
    is opgelost in water dan uit het temperatuur normogram te verklaren is ,
    dit verschijnsel is normaal na een zomerse dag waarbij er meer zuurstof
    door algen wordt geproduceerd dan kan oplossen.

    2 luchtdruk: deze kan in nederland snel dalen bij de nadering van een
    onweeersbui, zuurstof kan dan massaal vrijkomen uit vijvers. dit is hetzelfde
    effect als het laten ontsnappen van druk door de dop van een fles frisdrank
    te openen. Er ontstaan dan bubbeltjes. Dit effect heet ebullutie. Op grootte
    hoogte kan minder zuurstof in meren oplossen. De hoeveelheid zuurstof
    welke opgeloste kan worden is te berekenen met een afgeleide van
    de wet van Henry: [O2]=9,03Xmg DO/kg

    3 Diepte . Door de hydrostatische druk kan meer zuurstof in dieper
    water oplossen , een effect wat pas bij grote diepte een rol speelt.
    De hoeveelheid zuurstof welke opgeloste kan worden is te bereken met
    (een afgeleide) van de wet van Henry.

    4 zout. In zeewater lost 20% minder zuurstof door de hoeveelheid zout,
    maar dit effect speelt in Nederland een geringe rol. Behalve dan in
    rotspoeltjeswaar door verdamping de concentratie zout
    sterk kan oplopen en dus de DO afneemt. Maar ook hier is de temperatuur
    een belangrijkere factor.


    productie en verbruik




    Er zijn 2 manieren waarop de hoeveelheid zuurstof wordt aangevuld:
    1 zuurstof uit de lucht lost op in het water: dit effect neemt toe
    bij toegenomen windsnelheid en golfslag(zgn surface aeration).
    Eendekroos en drijvende waterplanten
    blokeren de zuurstofopname uit de lucht: het oppervlakte waar zuurstof
    uitgewisseld kan worden is verkleind.

    2 zuurstof wordt geproduceerd door fotosynthese (alleen overdag dus). Planten met
    drijfbladeren leveren geen bijdrage aan de zuurstofproductie zoals lemna (eendekroos) of
    waterlelie.
    Bedenk dat bij hoge productie van zuurstof als belletje omhoog borrelt en
    dus geen bijdrage levert aan de DO.
    Beide effecten spelen zich af in de oppervlakte laag ,het hypolimnion heeft
    dus alleen indirect (via stroming) toegang tot de zuurstofaanvoer.

    3 Zuurstof verbruik: de photosyntheserende planten verbruiken s´avonds
    weer zuurstof. DO is dus sóchtends het laagste. In de benthos wordt
    het afval weer verder afgebroken, dit verbruikt dus zuurstof .
    Het hypolimnion is dus vaak hypoxisch of anoxisch.


    verticale stratificatie van zuurstof



    Er zijn 4 soorten meren te onderscheiden :

    1 meren met stroming: in deze meren is het water gemengd en is er dus geen stratificatie.

    2 clinograde meren:
    In dit meer wordt de DO vooral bepaald door processen van levende organismen:
    In het epilimnion wordt de zuurstof geproduceerd door photosynthese, in het
    hypolimnion verbruikt door afbraak . Er onstaat dus een afname van zuurstof naar de bodem toe.

    3 orthograde meren:
    Dit zijn meren waarbij in epilimnion maar erg weinig zuurstof
    wordt geproduceerD: zgn oligotrofe meren dit zijn meren met weinig
    opgeloste voedingsstoffen. Omdat er een geringe productie is , is ook
    de afbraak gering: De DO van het hypolimnion is ongeveer evengroot
    als het epilimnion, zelfs kan de DO van het hypolimnion dat van het
    epilimnion overstijgen. de DO is op alle dieptes hoog.


    4 Heterograde meren :
    Sommige meren hebben een afwijkende verdeling door verschillende
    oorzaken:

    4a negatieve heretrofe meren.
    Bij deze meren is de metalimnische laag laag in DO, dit kan komen
    door een opeenhoping van zooplankton of een grote hoeveelheid zooplankton.

    4b positief heterotrofe meren
    Bij deze meren is het metalimnion hoog in DO, dit kan komen doordat
    het epilimnion erg warm is , en dan een lage productie van zuurstof heeft.
    Of doordat het fytoplankton zich in het metalimnion verzameld.


    verschil DO in oligotrove en heterotrove meren



    Het volgende onderscheidt is belangrijk voor de Nederlandse situatie:
    Heterotrofe meren hebben een wezelijk andere DO dan oligotrove meren.
    Wanneer we uitgaan van de spring turnover dan is de situatie voor beide
    typen meren gelijk: Er is een volledige menging van het meer. In de
    Nederlandse situatie is dat ook in de winter zo , het komt maar zelden
    voor dat er een (inverse) stratificatie optreedt doordat het meer of
    vijver volledig dichtvriest (dimicties)
    .



    In de het begin van de zomer ontstaat stratificatie doordat de
    bovenlaag opwarmt. Door gebrek aan menging ontstaat in het oligotrofe
    meer stratificatie. De temperatuur in het epilimnion stijgt , dat in het
    hypolimnion blijft gelijk. De DO in hypolimnion zal daardoor afnemen.






    De heterotrofe meren gedragen zich anders: door de grote hoeveelheid
    nutrieten zal het hypolimnion hypoxisch worden:











    Ga door naar Deel 5











    Limnologie

    In 5 delen worden de belangrijkste begrippen uit
    de limnologie uitgelegd:



    Deel 1: Veel gebruikte begrippen
    Deel 2: Morfologie
    Deel 3: Temperatuur
    Deel 4: Zuurstof
    Deel 5: Helderheid











    Een boot



    Een kaakvis onder in de oceaan.
    Nachtstromen voelt hij door zijn beenderharen
    en door zijn kieuwen gaan, zijn wiegende lantaren
    flakkerend, een spookdoorjaagde maan.

    Hij ziet het schaduwbed wegwiegen van zijn licht,
    en zwemt vermoeid het wijkend donker binnen
    dat hem een hand is bitter te beminnen,
    strelingloos en warm bij zijn gezicht.

    En als de weemoed niet meer is te drinken
    moet hij zijn schijnsel zwak zien worden, doven,
    en zoete vingers die de laatste vlekken roven
    om zijn verdwenen bekken voelen zinken.

    Een arend ligt voorover in de hemel,
    spreidt zijn geveerde oude armen uit,
    starend in het wemelen der diepte;
    en als de wind zijn schrale ogen sluit

    voelt hij de ruimte door zijn vingers glijden,
    droom in droom uit moet hij zich laten vallen,
    een stroom verdeeld in watervallen.
    Zijn geest voelt zich ontploffen en verwijden
    en ziet zijn schedel tegen het water knallen.

    Tussen de hoogte en de diepte ijlt een boot.
    Alles danst van doodsangst voor de dood.



    Leo Vroman

    | © copyright waterwereld 2002-2025 | home | links

    | Email: sysopje@yahoo.com | |
    Google
    WWW www.waterwereld.nu
    Stumble It!