De oever van een meertje, een illustratie uit het fin du siecle.
De afgebeelde planten zijn alle op deze website te vinden.
1 kattenstaart,2 lisdodde,3 zwanenbloem
4 lidsteng,5 witte waterlelie,6 krabbescheer
7 kikkerbeet,8 waterviolier,9 pijlkruid,
10 holpijp, 11 gele plomp,
De waterviolier bloeit met tere bloemetjes in het begin van
de zomer, Het vormt onderwater een dicht woud van bladeren
en dat is precies wat kleine vissen nodig hebben om zich te
verschuilen. Waterviolier heeft grote fijnvertakte
onderwaterbladeren, de wit-paarse bloemen staan op een lange
steel en bloeien dus boven het water.
Waterviolier kan massaal voorkomen. Het overwintert op
de bodem van een sloot of plas, waar het dan beschermd is
tegen vorst. Om die reden dient een vijver niet te ondiep
te zijn voor een waterviolier. Een waterviolier kan,
merkwaardigerwijs, soms ook onder water bloeien. Dit
gebeurd na een snelle stijging van de waterspiegel.
De bloemen staan in groepjes van meestal 6 in een krans.
Onderwater krioelt het van leven rondom de blderen van de
waterviolier: Hier eten Kikkervisjes van de Bruine Kikker
het aangroeisel (zgn "Aufwuchs") van de onderwaterbladeren. De
aangroei kan bij waterplanten meer dan het eigen gewicht
van de plant zijn. Behalve uit algen bestaat "Aufwuchs uit " Rotiferia en poliepen, en vele andere lagere dieren.
De naam "Waterviolier" komt van de kleur violet , de kleur van de jonge bloemen.
Turionen
Turionen zijn knoppen welke door sommige waterplanten
worden gevormd in de zomer en herfst. Deze knoppen
laten los an de moederplant en zinken naar de bodem,
waar ze beschermd zijn tegen vorst.
In de lente lopen zij uit en vormen het begin van een
nieuwe plant. Turionen zijn dus een manier van
ongeslachtelijke voortplanting.
Op deze website zijn de volgende waterplanten met turionen te vinden: Waterviolier (Hottonia) Waterpest (Elodea) Veelwortelig kroos (Spirodela) Kikkerbeet (Hydrocharis morsus-ranae)
Blaasjeskruid (Utricularia) Vederkruid (Myriophyllum)
Waterviolier
De bloeiende Waterviolier op een afbeelding
uit het boekje "in sloot en plas" van Thijsse (1914).