Dit bekermos komt veel voor, in bossen, zandverstuivingen,
duinen en op de heide. Het groeit tussen mos en gras en
is ongeveer een halve centimeter hoog.
Roodbekermos verschilt van bekermos doordat
het een roodgekleurde sporenvormende vruchtlichaam of apothecia heeft.
Heidelucifer
Verwar het roodbekermos niet met de heidelucifer (Cladonia floerkeana),
welke ook felrode maar veel smallere apothecia heeft, en ook min of meer rond is.
De Engelse naam voor Heidelucifer is British soldier.
Een gravure uit 1899 uit het boekje: "hei en dennen" van
E. Heimans en Jac. P. Thijsse.
usninezuur
Dit zuur komt in grote hoeveelheden voor in roodbekermos en
heeft een antibacteriele werking. Het is vrij eenvoudig uit
het roodbekermos te extraheren met verwarmd aceton.
Er ontstaat een gele oplossing waar het zuur uit
neergeslagen kan worden door te druppellen met
glycerine/azijnzuur(1 : 3). er ontstaan dan langwerpige
spitse gele kristallen usninezuur (C18H16O7). Usninezuur
wordt vooral uit baardmos gewonnen.
Roodbekermos is te vinden tussen dennennaalden in arme,
zanderige grond.
Dit bekermos is ongeveer 1 cm lang
Korstmossen
Korstmossen zijn taaie organismen welke op de meest
onwaarschijnlijke plaatsen kunnen overleven, waar de
planten het niet meer redden. Bijvoorbeeld in de woestijn,
op de Zuidpool, in hooggebergte.
symbiose
Korstmossen zijn een samenwerking tussen schimmels en algen.
De schimmel is op de alg aangewezen, de algen komen ook zonder
de schimmel voor. Door deze samenwerking kunnen beide organismen
overleven. De meeste korstmossen kunnen leven van wat in de
lucht voorkomt. Ze hebben wel wortels maar deze dienen voor de
aanhechting niet voor de opname van stoffen. Omdat korstmossen
van de lucht afhankelijk zijn , zijn ze erg gevoelig voor
luchtverontreiniging.