Waterwereld

paalworm

Dit is een schelpdier welke in houten balken in de waddenzee leeft. Deze houten balken kunnen deel uitmaken van een haven, maar ook houten boten en dijkverzwaringen worden aangetast. Het dier heeft een wormachtig lichaam, het is sterk aangepast aan de het leven in gangen. Doordat het in een gang leeft heeft het weinig vijanden. Het dier kan tot 30 centimeter lang worden. Rondom de waddeneilanden zijn er strandpalen te vinden welke door de paal zijn aangetast.

paalworm voedsel

De paalworm leeft van het gefilterde water welke het door zijn siphons aanzuigt en weer uitblaast. Maar ook van de commensale bacterieen, welke op hun beurt weer van het hout leven.

paalworm schade

In vroegere tijden was schade door de paalworm aanzienlijk : met name in de 18de en 19de eeuw was de paalworm belangrijk: De balken van de houten schepen, en de palen waarmee dijken en havenwerken werden aangelegd werden aangetast. Tegenwoordig speelt de paalworm geen belangrijke rol meer.
Het dier komt rodom de waddenzee wel voor, waarschijnlijk ook omdat het behalve van hout, ook van veen leeft.


Een blok hout aangetast door de paalworm of teredo navalis. Paalwormen zorgen ervoor dat hun gangen geen verbinding met elkaar hebben, wat een biezonder mooie constructie oplevert. De houten wanden zijn met een dun laagje kalk bedekt.


Een paalworm larve zwemt in het plankton vrij rond . Het wordt dan langzamerhand zo zwaar dat het zinkt. Op het substraat waar het tegenkomt zoekt het hout of veen. Het harige deel verdwijnt. Het onderste gedeelte verandert in een voet. Hiermee boort het zich in het hout. In eerste instantie boort de paalworm recht het hout in. Pas iets verder boort het met de structuur mee. Voordat het begint te boren bedekt het zichzelf met materiaal uit de omgeving: steen of hout.


Het schelpje van de paalworm boort zich in het hout, er zitten spieren aan vast waarmee het dier de schelp doet bewegen om een raspende werking te verkrijgen. De apophyse is een uitsteeksel om welk de schelp heen en weer beweegt.


Een paalworm in zijn gang.
1 kalkbedekking van de geboorde tunnel
2 schelp
3 flap waarmee het hout wordt vastgegrepen
4 schelp welke als tand wordt gebruikt
5 voet van de tweekleppige.


De paalworm heeft twee siphons waarmee het water aanzuigt en filtert.


Schelpen van de Noordzee en Oostzee
een plaat uit 1916, bijgewerkt

1 paarlemoerschelp (Avicula) Indische Oceaan
2 parel oester (Meleagrina margaritifera)
3 astarte (Astarta)
4 kokkel (Cardium edule, Cerastoderma edule)
5 gebaarde arkschelp (Arca barbata)
6 modiola (Modiola) Middelandse zee
7 paalworm (Teredo navalis)
8 steendadel (Lithophaga lithophaga)
9 Oxhorn-Cockle of Isocardia Cor,
10 mossel
11 steekmossel (Pinna nobilis) Middellandse zee
12 steenboorder (pholas dactylus)
13 Lazarusschelp of klapschelp (Spondylus gaedoropus)
14 Echte venusschelp (Cytherea Dione)
15 doopvontschelp (Tridacne gigas) Indische Oceaan
16 strand schelp (Mactra solida)
17 Jacobsschelp
18 parelmoerneut (Nucula nitidosa)
19 gemarmerde kamschelp (Pectunculus glycymeris)
20 dunschaal (Tellina virgata)
21 gewone oester ( Ostrea Edibilis)
22 slijkgaper (Scrobicularia plana)
23 stompe gaper (Mya truncata)
24 scheermes (Ensisilaqua minor)
25 Venusschelp (Chamelea striatula)
26 Lucina pectinata