Kleefkruid is een zeer veel voorkomend onkruid.
Een plakkerige plant, met kleverige haren op
bladeren, stengel en vooral op de zaden.
Daardoor worden de zaden vervoert door zoogdieren.
Kleefkruid als onkruid
Kleefkruid was in de vorige eeuw een belangrijk
onkruid, vooral in de graan teelt.
Het concurreert met het graan, trekt het omlaag en
blokkeert de oogst machines. Dit veranderde pas toen
er betere methodes gebruikt werden om het zaad uit
het graan te filteren.
Kleefkruid bestrijding
In de moestuin wordt het kleefkruid er met de hand
uitgetrokken, of met het wieden verwijderd. Gooi
het dan niet op de composthoop, want dan wordt het
zaad weer opnieuw verspreid. Kippen zijn dol op
kleefkruid.
Bloeiwijze
De witte bloempjes zijn wit, klein en onopvallend.
Groeiomstandigheden, ruigteonkruiden
Kleefkruid heeft een voorkeur voor vruchtbare grond,
waar ook Brandnetels, reuze Berenklauw en Fluitekruid voorkomt. .
Dit soort onkruiden wordt ruigteonkruiden genoemd, en komen
daar voor waar de bodem verstoort wordt door graafwerkzaamheden
en waar de grond rijk is aan nitraten.
kleefkruid in de berm
Kleefkruid is met name in het zuiden in de berm sterk
aan het toenemen doordat het maaisel van de berm tegenwoordig
blijft liggen. Ook de akkerdistel neemt sterk toe.
kleefkruid als groenvoer
Sommige dieren vinden kleefkruid lekker:
behalve de al eerder genoemde kippen en ander pluimvee,
ook konijnen en kavia's
De stengel van kleefkruid is erg buigzaam, maar sterk.
Net als bij lianen is de vaatbundel in het centrum. Op de
versterkte hoeken zijn de weerhaakje te vinden.
Door deze constructie blijft het kleefkruid buigzaam
bij windvlagen. Mocht een dier paseren dan blijft het
zaad aan de pels van het dier vastzitten, terwijl
de rest van de plant stevig verankerd blijft.
De stengel in het midden, galium aparine.
Kleefkruid heeft bij de grond een ronde stengel zonder weerhaakjes,
Onkruid
Een Onkruid is een plant die daar groeit waar
je nou net niet wilt dat hij groeit, in de tuin
of in de moestuin. Dit zijn ergste:
Weerhaken.
Deze zaden worden door dieren (en mensen) verspreid.
Ze blijven hangen aan de vacht van knaagdieren, zoals konijnen
hangen of aan de staarten van runderen en paarden,
of de vleugels van vogels: Het is een vorm van epichorie:
De verspreiding van zaad over grote cafstanden met zo
weinig mogelijk energie. Dit zijn enkele voorbeelden: