snoek


1 snoek 2 Drie-doornig stekelbaarsje 3 zwarte waterkever
4 baars 5 voorn (2x)6 poelslak 7 posthoornslakposthoornslak 8 tiendoornig stekelbaarsje
9 draaikevertje 10paardebloedzuiger
1gele plomp 2 gehoornd hoornkruid 3 kikkerbeet






Sloot | Waterplant | Levend Voer | Noordzee | Worm Slak | Vlinders | Kever | Spin | Vogel | Tuin | groenten | overige
Bomen A-L | Bomen M-Z | Kruiden | Wilde planten A-D | Wilde planten E-M | Wilde planten N-S | Wilde planten T-X | Klimplant | Varen | Zwam | Korstmos |



de snoek



Een snoek, koosnaam polderkrokodil, is een echte rover die het liefst prooidieren eet die in nood verkeren. Bijvoorbeeld een visje wat gewond of gedesorienteerd is geraakt, een eendenkuikentje wat bij de moeder is weggeraakt en luid piepend en trappelend zijn moeder probeert te vinden, een rat, kikker, insect en verder alles wat beweegt kan aggressie opwekken. Er zijn zelfs waarnemingen bekend van snoeken die vogels uit de lucht gevangen zouden hebben.

zintuigen van de snoek


Als je de kop van een snoek goed bekijkt, zie je
talloze sensoren in de vorm van kleine putjes
waarmee de snoek trillingen onder water kan
waarnemen(water geleidt geluid heel goed,
beter zelfs dan lucht). De trillingen kunnen zo
subtiel zijn, dat zelfs de hartslag van een klein
prooivisje gehoord/gevoeld wordt. Vanaf de kieuw
tot aan de staartwortel bevindt zich de zogenaamde
zijlijn. De zijlijn is ook een groot en zeer
gevoelig gehoororgaan. De ogen zitten, voor een vis,
vrij ver vooraan op de kop wat hem tot een nog betere
jager maakt.
Snoeken hebben ook een zeer goed ontwikkeld reukorgaan
en kan een relatief verse, dode vis van vele
kilometers afstand ruiken. Vooral in de wintermaanden,
als het water kouder wordt, lijken ze hier meer gebruik
van te maken en eten ze meer doodaas. Een koude snoek
is nou eenmaal vaak minder actief.


de snoek, een jager


In de bek bevinden zich meerdere rijen vlijmscherpe
tanden (gemiddeld ongeveer 700 stuks) en het lichaam
heeft flink gestroomlijnde "pijlvorm". Die pijlvorm
komt de snoek goed van pas bij zijn jachtmethode.
Doorgaans ligt een snoek ergens op een beschutte
plek stil in het water. Alleen de kieuwen bewegen
op en neer om te "ademen" en de borstvinnen bewegen
zachtjes ritmisch om de vis op zijn plaats te houden.
Beschutting vindt de snoek bijvoorbeeld in de vorm
van een gezonken boomstam, een waterplantenbed,
overhangende takken, tussen rietkragen of menselijke
objecten (een wrak of steigerpalen of iets dergelijks).
Als je heel stil langs de oever van een water loopt,
kan het voorkomen dat er eentje vlak voor je voeten
ligt zonder dat je het doorhebt, maar als je er oog
voor hebt dan zie je hem meteen.
De snoek ligt dus zo stil mogelijk in het water
en wacht op een prooi die langs zwemt. Vaak zijn
snoeken lui en moet de prooi erg dicht in de buurt
komen om gevaar te lopen. Maar als dit eenmaal gebeurd,
slaat de snoek met een overweldigende snelheid toe en
hier komt zijn pijlvorm van pas. Dit gaat zo snel
dat het voor menselijke ogen meestal niet eens te
zien is. Het enige wat je dan ziet is een snoek die
plotseling een prooivis in zijn bek heeft en op de
plek waar de prooivis zwom, dwarrelen nog wat schubbetjes.
De prooivis wordt meestal van achteren of aan de flank
in de bek genomen en moet vervolgens door de snoek
omgedraaid worden zodat hij de prooi met de kop
naar voren kan inslikken. Dit is het enige moment
waarop een snoek wat onhandig overkomt
(letterlijk, want een snoek heeft geen handen).
Op dit moment maakt de prooivis nog een goede kans
om te ontkomen. Helaas voor de prooivis zal de snoek
het inmiddels gewonde diertje dan meestal wel achterna
komen en nogmaals pakken.
Als een snoek in een minder luie bui is, kan hij een
sluipachtige achtervolging inzetten voor enkele tientallen
meters, maar nooit veel verder want zijn lichaam is
gebouwd op korte en zeer krachtige krachtexplosies.
Het is dus geen lange baan renner.


Een jong volwassen snoek in kieuwgreep.

snoek en kieuwgreep

De kieuwdekselgreep is de meest visvriendelijke
manier om roofvissen vast te houden (als een kat
in zijn nekvel, de vis beweegt geen vin meer
en beschadigd dus ook niet), maar bij snoeken
moet je goed weten wat je doet,
ook achterin de kieuw zitten scherpe tanden!
Bij grotere vissen moet ook de buik
ondersteund worden.


snoek, Roofblei en snoekbaars

Een kleine Roofblei, het nieuwste merk roofvis
in nl. Is via het relatief nieuwe verbindingskanaal
tussen de Donau en de Rijn Europa ingezwommen en
blijkt een erg succesvolle concurrent van de snoek.
Dit gebeurde een paar honderd jaar geleden ook met
de snoekbaars, maar die werd gekweekt en uitgezet
door de mens, zeker geen inheemse vissoort,
maar erg succesvol en geliefd door vnl broodvissers.