Een wijdverspreide zangvogel met een stevige
snavel bedoeld om zaden te kraken. Maar de
vink lust rupsen en insecten. Deze vogel is het
hele jaar te horen.
De vink in Nederland
De vink is behalve een trekvogel ook een
overblijvende soort, maar is dat niet
altijd zo geweest: Door ontbossing was
de vink verdwenen uit ons land tijdens
de middeleeuwen. De gewone vink
kwam vlak vlak voor het fin du siecle
weer terug.
De vink als trekvogel
De gewone vink is ook een trekvogel,
met als eigenaardigheid dat mannetjes
en vrouwtjes gescheiden trekken.
Mannetjes hebben dan weer als
biezonderheid dat ze geen grote stukken
zee willen oversteken , zodat ze
vanuit Scandinavie een andere route nemen .
Vink op het nest, het vrouwtje is onopvallender
getekend en steekt daardoor minder af.
Een oude afbelding van Schmeil (zie onder).
De zang van de vink, suskewiet.
De zang of suskewiet duurt kort, 4 seconden,
en wordt een paar keer direct achterelkaar herhaald.
Vinken, boekvink en beuk
Vinken worden ook wel als boekvink aangeduidt, dit
dan door hun grote voorkeur voor beukenootjes .
Het nest is kunstig gebouwd in de vorm van een
halve bol, en wordt met dezelfde korstmossen
als die van de boom gecamoufleerd.
Vinken populatie
Dit is een zeer veel voorkomende vogel.
Ook is het aantal vinken is de laatste jaren toegenomen.
Een reden is de toename van het aantal schuiplaatsen.
Maar ook past de gewone vink zich aan de mens aan,
zoals dit appeltaart etende mannetje.
Alfred Brehms (1829-1884) is de aucteur van
"Tierleben ", vertaald als "Het leven der dieren"
(Brehms Life of animals). De volgende illustraties
zijn uit deze uitgave: