de zoetwaterspons Spongilla lucastris
De zoetwater alg Spongilla lucastris is de meest voorkomende zoetwater spons in Europa.
Het heeft een grote verspreiding: N-Amerika , Europa en Azie. Deze zoetwater spons hecht zich meestal aan waterplanten,
zoals de stengels van riet, en is dan groen-achtig door commensale algen.
. Maar kan zich ook onder stenen bevinden, en is dan wit van kleur. Het oppervlakte is onregelmatig gevormd,
er zijn voor het ongewapende oog kleine openingen zichtbaar.
De wereld van de sloot:
1 rode watermijt
2 mosdiertje of geleirups mosdiertje Cristatella mucedo
3 Hydra viridissima
4 Visbloedzuiger (Piscicola).
5 Branchipus schaefferi, een zoetwatergarnaal
6 Plumatella, een mosdiertje.
7 Apus, een van de triops soorten
8 Schijfhoren of Planorbis planorbis, een longslak
9 Drie-doornig Stekelbaarsje
10 zoetwaterspons spongilla lacustris
1 Eendekroos
2 Kikkerbeet
Het voedsel van de zoetwaterspons
De spons voedt zich door te filteren.
Het water komt de spons binnen door een opening welke het ostium wordt genoemd . deze opening zijn nog net met het blote oog te zien.
De opening e is bekleed door een gespecialiseerde sponscel, de porocyt 6 Het water verzamelt zich in een holte het spongocoel 2
Het spongocoel is bedekt met cellen welke het water met trilharen voortbewegen, en zich met het verzamelde plancton voeden,deze heten: choanocyt, maar worden meestal collar cells genoemd. 7
Het gefilterde water verlaat het spongocoel door het grote 5osculum.
Tussen de spiculae 3bewegen zich amoebocyten9, welke ook het sponzenskelet vormen..
De grote archeocyten maken de gamellae..
Anatomie van de zoetwater spons
voortplanting
De zoetwaterspons kan zich sexueel als asexueel voortplanten , en het asexuele kan ook op twee verschillende manieren.
De meest productieve manier is de gemmelae-vorming voorafgaand aan de wionter. Daarnaast bestaat er ook de aexuele knopvorming. De geslachtelijke of sexuele voortplantinmg gebeurd alleen in de zomer: Uit de centrale holte van de spons zwemmen spermacellen weg. Ze gaan op zoek naar andere sponsen waar ze in de centrale holte de eicellen bevruchten. De zoetwaterspons is hermafrodiet: het produceert zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtscellen.
hibernation en vorming van gemmulae
Tijdens de winter overleeft er slechts een cel, de archeocyt.
De archeocyten wordt door een rij cellen omringd welke samen de de gammela wordt genoemd.
Deze gamella is een schelp welke onder druk staat door een hoge hydrostatische druk.
Deze gemella lijken erg op een ei, omgeven met een impermeabel membraam.
Ze zijn in staat om lange periodes te overleven.
Het andere weefsel van de spons overleeft de winter niet.
1 Gemmelae tijdens hibernatie : De gemmela is rond 2 Gemmelae na hibernatie : Een jonge spons verlaat de gemmela door een gat in de wanden begint als nieuwe spons.
Knopvorming
Er is ook een andere manier van asexuele voortplanting:
Knopvorming aan de buitenkant van de spons. Deze breken af en worden dan meegevoerd.
Er onstaan dan nieuwe kolonies.
De zoetwaterspons spongilla lacustris is vaak aan rietstengels te vinden, groengekleurd door commensale algen, soms ook onder stenen: de kleur is dan wit.