Dit is de bekendste vertegenwoordiger van de
zoetwater Bryozoa. Van een afstand lijkt het op
een klompje slijm. Dichterbij blijkt dat te bestaan
uit vele diertje, die ieder in doorzichtige huisjes
zitten, en elk een krans tentakels hebben.
Het geheel maakt dan de indruk van een rupsachtig
dier dat over de ondergrond glijdt. Mosdiertjes kunnen
in het voorjaar in grote getale voorkomen, zij
vermenigvuldigen zich dan snel. Ze zijn een halve
centimeter breed en enkele centimeters lang. In ideale
omstandigheden worden ze 2 decimeter lang.
vijanden van het gewoon mosdiertje
De grootste bedreiging vormen de waterslakken.
Maar ook vissen voeden zich met het gewone mosdiertje.
voedsel van het gewoon mosdiertje
Het gewone mosdiertje filtert plankton uit het
water met een groepje tentakeltjes van 1 millimeter
lang die een lophophore wordt genoemd.
Het voedsel bestaat uit zijn eencellige algen,
dinoflagelaten, cyano- en andere bacterieen, kleine
nematoden, pantoffeldiertjes en ook kleine
kreeftachtigen. In zijn algemeenheid onderdrukken
de mosdiertjes explosies van eencelligen in het
zoete water.
verplaatsing van het gewoon mosdiertje
De kolonies worden een paar centimeter groot
en verplaatsen zich enkele centimeters per dag:
Ze hebben typisch de neiging om zich om een
takje van een waterplant te draaien.
voortplanting van het gewoon mosdiertje
Het gewoon mosdiertje leeft van de het einde
van de lente tot in de herfst. Dan vormt het
statoblasten. Deze statoblasten overwinteren
en vormen in het voorjaar de nieuwe kolonies.
De meeste zinken naar de bodem (sessoblasten),
maar sommigen hebben luchtholtes en blijven
daardoor drijven (floatoblasten). De statoblasten
zijn omgeven met haakjes waardoor ze aan dieren
blijven vastzitten. De statoblasten kunnen door
de stroming meegenomen worden, maar worden ook
door watervogels verplaatst.
Sexuele voortplanting gebeurt soms in de zomer
maar is zeker niet noodzakelijk.
sexuele voortplanting mosdiertje
Sexuele voorplanting van het gewoon mosdiertje
1 funiculus
2 spermatozoieden
3 ontwikkelende statoblast
De funulus is een onderdeel van de het peritoneum,
een vlies welke het darmgedeelte omsluit.
Een mosdiertje is hermafrodiet dus produceert
zowel mannelijk als vrouwelijke cellen.
De spermatozoa welke zich in de funiculus ontwikkelen
zullen meestal een eigen statoblast bevruchten,
maar kunnen ook naar buiten, andere mosdiertjes bevruchten.
knopvorming mosdiertje
De knopvorming is de meest succesvolle soort
voortplanting van het mosdiertje. De knoppen
ontstaan aan de voet van het mosdiertje.
Hieruit ontstaat uiteindelijk een volwassen dier
welke vervolgens loslaat en zelfstandig verder gaat.
Sponzen, mosdiertjes en hydra's uit Das leben des binnenwassers van prof. Lampert.(1899)
1 Plumatella fungosa
2 Kruipende mosdiertje of plumatella repens
3 Slanke bryozo of Plumatella fruticosa
4 Fredericella sultana
5 mosdiertje of Cristatella mucedo
6 zakvormig mosdiertje of Lophopus crystallinus
7 Zoetwaterspons of spongilla lacostris
8 Ephydatia fluviatilis
9 Eunapius fragilis
10 Gemullae fragilis
11 Hydra grisea
12 gewone hydra of Hydra vulgaris
13 Hydra viridis
14 Hydra rubra
15 Brakwaterpoliep of Cordylophora lacustris
1 eendenkroos of lemna minor
Op deze website zijn enkele zoetwaterbewoners
te vinden welke al vroeg in het onstaan van het
leven zijn verschenen. Het zijn "levende fossielen",
ze zijn in de loop der tijden.
nauwelijks veranderd. Ze zijn ook alleen te vinden
daar waar het water erg zuiver en helder is.
het gewoon mosdiertje of Cristatella mucedo
Een foto van Silvie Waajen
Een rijpe statoblast met haakjes van het mosdiertje, een foto van Jaap Cost Budde,.
statoblasten van het mosdiertje of Cristatella mucedo
bron: A monograph of the fresh-water polyzoa :
1 Statoblast eerste stadium
2 Statoblast ontwikkeling van de haakjes, deze zijn hier omgeven door een vlies
3 Statoblast met haakjes
4 Statoblast eind stadium
5 Statoblast van opzij gezien
Een close-up van het gewoon mosdiertje, de lophophores
zijn de tentakeltjes waarmee het voedsel
uit het water wordt gevangen. Ze zijn ongeveer 1 mm lang
Een foto van Jaap Cost Budde, binoculair 20x.
De bryozoa zijn kleine organismen welke
zich voeden met plankton, zgn filtervoeders.
Deze doorzichtige diertjes vormen kolonies,
waarvan de deelnemers of zooïden van elkaar
afhankelijk zijn.
De zooïden ontstaan door ongeslachtelijke
voortplanting en vormen lange rijen. Al deze
zooïden staan met elkaar in verbinding en
verplaaten zich als 1 groep of kolonie.
Binnen de zooïden worden verschilende soorten
herkend: voedingszooïden met een tentakelkrans,
welke lophophore wordt genoemd.
Anatomie van een zooïde, de eenheden waaruit een bryozoa bestaat.
1 mond
2 slokdarm
3 maag
4 darm
5 anus
6 lophophores of vang-tentakeltjes
Bryozoa zijn kwetsbare dieren: ze zijn niet
goed tegen warmte of koude bestand,
en vooral niet tegen modderig water,
welke hun lophopores onwerkzaam maken.
Meestal leven ze niet langer dan 2 maanden:
van het begin tot einde van de zomer.
bryoza bieden veel andere zoetwater dieren een
schuilplaats tussen hun buisjes.
Op deze website zijn de volgende mosdiertjes te vinden: harige vliescelpoliep een zoutwater soort mosdiertje of Cristacella mucedo een zoetwater mosdiertje kruipende mosdiertje of plumatella repens een zoetwatermosdiertje figuurzaagje een zoutwater mosdiertje