Adelaarsvaren
Een grote varen welke in bossen voorkomt waarvan de bodem
geen kalk bevat. De Adelaarsvaren is een snelle groeier,
en als de plant er eenmaal is , is het lastig om deze in toom
te houden .Er zijn twee manieren van voortplanting,
vegetatief door middel van wortelstokken en geslachtelijk.
de Adelaarsvaren is succesvol
De adelaarsvaren is zeer succesvol, komt in grote getale voor,
en op bijna alle continenten.
Dat komt omdat onder een adelaarsvaren het volledig donker is,
onder een adelaarsvaren houdt geen groene plant het vol.
De uitlopers (rhizomen) worden lang , groeien snrel en diep
en blijven jaren actief. De samenwerking met de mieren is
ook succesvol. En de adelaarsvaren stelt weinig aan de grond
waarop het groeit, en groeit ook in de schaduw. De adelaarsvaren
is gevoelig voor droogte.
de geslachtelijke voortplanting van de Adelaarsvaren
De geslachtelijk voortplanting verloopt via fasen. Het is
het makkelijkste om bij de sporen te beginnen, deze ontstaan
in een groeve in de bladsteel van de varen:
In de lange bladstelen bevinden zich de sporen, in verschillende
stadia van rijpheid. Ook bevinden zich hier klieren welke een nectar
afscheiden waardoor mieren gelokt worden, deze verspreiden de sporen.
a: omgevouwen bladrand
b: onrijpe sporen
c: rijpe sporen
d: haren
het prothallium van de Adelaarsvaren
Uit de spore ontwikkeld zich een klein plantje, een halve
centimer groot: het prothallium. Aan de onderzijde
ontstaan de geslachtsorganen : eerst het artheridium
waaruit de spermatozoiden ontstaan, deze zwemmen
naar het archegonium ,waar het de eicel bevrucht.
Uit deze bevruchte eicel groeit de nieuwe varen.
De cyclus begint dan opnieuw.
A; een jong Prothallium
B: ouder prothallium
1: wortels
2: wortelstok, rhizoom
3:bladsteel
Jonge varenplantjes, het prothallium is nog te zien.
Adelaarsvaren is giftig
Adelaarsvaren is giftig, en behoud deze giftigheid wanneer
het gedroogd wordt. Adelaarsvaren moet dus uit hooi geweerd worden.
Koeien, konijnen en schapen mijden adelaarsvaren
Adelaarsvaren en maagkanker
In Japan wordt er een relatie vermoedt tussen het
eten van jonge adelaarstoppen door de japanners
en het voorkomen van maagkanker.
Adelaarsvaren en schapen
Bij schapen veroorzaakt adelaarsvaren een langzaam
verergerende vorm van blindheid, de retina-degeneratie.
Hiervoor wordt meestal de amerikaanse term bright blindness
gebruikt, waarbij een schaap steeds slechter gaat zien,
en bij onderzoek een verwijde pupil en vertraagde
pupilreflexen laat zien. Omdat de adelaarsvaren steeds
vaker voorkomt is dit een toenemend probleem.
zwijnen, eikels en adelaarsvarens
Wilde zwijnen graven eikels op. Hierdoor wordt de bosmuis
gedwongen de eikels op verschillende plaatsen te bewaren.
Omdat de bosmuis vergeet waar het de eikels heeft begraven
of soms vroegtijdig overlijdt worden eikels op
deze manier verspreidt. Roze woelmuis en bosmuis hebben de
neiging om onder adelaarsvarens hun eikel bewaarplaatsen
te maken. Dus hier ontspruiten dan de jonge eikenbomen.
(Jan den Ouden universitair docent van de Wageningen Universiteit).
varens op deze website:
moerasvaren (thelypteris palustris)
olifantslurfvaren(Dryopteris atrata)
Muurvaren (Asplenium ruta-muraria)
Steenbreekvaren (Asplenium trichomanes)
Tongvaren (Asplenium scoloendrium)
Adelaarsvaren (Pteridium aquilinium)
Eikvaren (Polypodium vulgare)
Mannetjesvaren (Dropteris Filix-mas)
Ijzervaren (Cyrtomium falcatum)
|
|