Er zijn 1,3 miljoen schapen in Nederland.
vooral in Friesland en op Texel.
Schapen houden het gras op dijken kort en stampen de grond aan.
Schapen worden vooral voor het vlees gehouden en naar Frankrijk uitgevoerd.
Een kwart van de schapen wordt als liefhebberij gehouden.
leverbotslak en schapen
Leverbot is een parasiet welke door slakken wordt overgebracht ,
met name het leverbotslakje, een waterslak (Galba trunculata).
Deze komt vooral op vochtige weilanden.
Zonder het slakje dus geen leverbot ,
een leverbot tast de gezondheid van het schaap aan .
Om deze reden is het handig om bij schapen ook
kippen of eenden te houden , deze ruimen de slakjes op.
leverbot bij schapen, koeien en paarden
De leverbot is een worm welke tegenwoordig nog steeds bij
runderen en vooral schapen voorkomt.
Het dier is niet gevoelig voor ivermectine en verwante middelen ,
dit zijn de gewone antiworm middelen van de boerderij.
Bloedarmoede en gewichtsverlies en oedeem aan met
name de onderkaak zijn de kernsymptomen.
Ook: sufheid. In het bloed is er anemie en albumine
tekort, en met name antistoffen tegen leverbot
De behandeling bestaat uit het toedienen van anti
leverbotmiddelen, ook mogelijk: albendazole dubbele dosering.
schapen als huisdier
Schapen zijn verreweg het oudste huisdier van de mens,
lang voor de hond was de schaap al bij
de mens, samen met de geit. Dit eerste contact stamt
al van 9000 jaar voor christus, de hond, koe en varken
komen later, zo'n 7000 jaar geleden. Daarna ezel en paard.
schapen als hobby
Schapen hebben een minimum hoeveelheid om als hobbyist
te houden: dat is dan minstens twee. En ze moeten zeker
elk jaar door een deskundige geschoren worden.
Kijk bij de keuze van het ras of u wol, melk of vlees wil.
Niet elk weiland is geschikt voor schapen, controleer
eerst of er onkruid tussen staat wat schapen niet mogen hebben.
voeding voor schapen
Schapen hebben weinig verzorging nodig, ze zorgen goed voor zichzelf.
Schapen zijn uitermate gevoelig voor koper in de brokken.
Om deze reden kunnen schapen geen runderbrokken als bijvoeding krijgen.
Ruwvoer is voederbiet, aardappels, kuilgras, wortelen en broodafval.
De zwartbles
Dit is een veelgehouden hobby-schaap, van ongeveer
100 kilo zwaar. Dit is een schaap wat snel groeit,
en geen hoorns heeft en verder weinig problemen
geeft , met name de bevalling verloopt moeiteloos.
Schapen zijn gevoelig voor longziektes. Let daarom op bij
een schapenstal: Tocht is slecht voor een schaap.
Maar ook hoge luchtvochtigheid.
Maak een ventilatie-opening onder de dakrand, welke open
en dicht kan.
Vroeger werden schaapskooien altijd met riet gedekt,
in een open constructie: het riet helpt een goede
vochtigheid te bewaren .
schapen scheren
De schapen worden in juni en juli geschoren.
Een dag voor het scheren moeten ze vasten om een
darmsfsluiting na het scheren te voorkomen.
de wol mag niet vochtig zijn: dus zet de schapen
een dag van tevoren eerst droog in een hok.
giftige planten voor schapen
Engels raaigras, gouden regen, taxus , witte ganzevoet
Het meeste komt de nachtschade vergiftiging voor: de schapen
zijn uitgebroken naar een aardappelperceel.
"Op de heide", een schoolplaat.
Heidehoning en wol levert de heide op, maar ook mest.
Omdat de schapen s'nachts op stal stonden kon hun mest verzameld worden.
Bijkomend effect was dat de heide voedselarm bleef en dus rijk aan soorten.