In het larve stadium heeft de salamander geen pootjes. de eitjes worden in
geleimassa tegen een plantenblad afgezet. Sommige salamanders
eitjes een voor een apart afgezet. Maar er zijn ook salamanders die dat in klompjes doen
Wanneer de larve door het ei-stadium heen zijn dan hebben ze pootjes.
Ze hangen dan aan de bladeren van waterplantjes.
ademhaling
De kieuwen zijn uitwendig, en worden relatief steeds kleiner. Een kleiner gedeelte
van de zuurstof wordt direct opgenomen via de huid.
De verdere metamorfose is gelijk aan die van de kikkers. De staart blijft
wel aanwezig.
Er zijn 2 paar uitwendige kieuwen, welke samen met de huid voor de ademhaling zorgen,
Bij het ouder worden verdwijnen ze
ademhaling
Er onstaan longen en de kieuwen verdwijnen . In het oudere dieren heeft de
salamander twee soorten ademhaling. Zolang het dier niet actief is kan het door
de huid genoeg zuurstof opnemen. Wordt het actief dan moet het naar de oppervlakte
om adem te halen.
jonge salamanders
zijn gedeeltelijk doorzichtig. Zo zijn in de 4 tenige voorpoot bloedvaatjes te zien
voeding
De voeding bestaat uit daphnia en cyclops en andere kleine waterdieren. Bij,br>
het verder volwassen worden worden ook grotere prooien gegeten , de lijst is
lang: kikkervisjes, kleine visjes, waterspinnetjes, insektenlarven
(zoals rode, witte en zwarte muggelarven), torretjes, tubifex etc.
Een jonge Ribbensalamander', de hoofdhuid is gedeeltelijk doorzichtig,
de pigmentvlekken worden gevormd.
ik tracht op poëtische wijze
dat wil zeggen
eenvouds verlichte waters
de ruimte van het volledig leven
tot uitdrukking te brengen
ware ik geen mens geweest
gelijk aan menigte mensen
maar ware ik die ik was
de stenen of vloeibare engel
geboorte en ontbinding hadden mij niet aangeraakt
de weg van verlatenheid naar gemeenschap
de stenen stenen dieren dieren vogels vogels weg
zou niet zo bevuild zijn
als dat nu te zien is aan mijn gedichten
die momentopnamen zijn van die weg
in deze tijd heeft wat men altijd noemde
schoonheid schoonheid haar gezicht verbrand
zij troost niet meer de mensen
zij troost de larven de reptielen de ratten
maar de mens verschrikt zij
en treft hem met het besef
een broodkruimel te zijn op de rok van het universum
niet meer alleen het kwade
de doodstreek maakt ons opstandig of deemoedig
maar ook het goede
de omarming laat ons wanhopig aan de
ruimte
morrelen
ik heb daarom de taal
in haar schoonheid opgezocht
hoorde daar dat zij niet meer menselijks had
dan de spraakgebreken van de schaduw
dan die van het oorverdovend zonlicht